
-
leerdoelstellingen
-
Samenvattende PPT
-
Interessante video's om te bekijken
-
Verwerkingsopdrachten
Leerdoelstellingen
Na dit deel moet je kunnen
- Jean Piaget situeren in de tijd en een plaats kunnen geven binnen de verschillende psychologische stromingen.
- de verschillende elementen van denken met name functionele elementen, inhoud en schema benoemen en beschrijven
- de begrippen assimilatie, accommodatie, adaptatie en organisatie uitleggen aan de hand van een voorbeeld
- de verschillende vormen van assimilatie benoemen en verduidelijken met een voorbeeld
- het equilibratiemodel van Jean Piaget beschrijven
- de verschillende fasen met bijhorende leeftijdsperiode in de denkontwikkeling benoemen
- aan de hand van observatie minstens 3 kenmerken van de sensori-motorische periode benoemen.
- uitleggen waarom de pre-operationele periode bestempeld wordt als een periode van onevenwicht of desequilibrium.
- twee voorbeelden geven van het gebrek aan conservatienotie
- de begrippen centratie, egocentrisme, intuïtief denken, symboolgebruik toelichten aan de hand van een voorbeeld
- de kenmerken van de concreet-operationele periode benoemen en toelichten
- de kenmerken van de formeel-operationele periode benoemen en toelichten
- aan de hand van concrete voorbeelden uit het denken van kinderen en jongvolwassene bepalen in welk stadium van de cognitieve ontwikkeling ze zich bevinden
- spontaan zoeken bij gesprekken met kinderen en jongeren naar de mogelijke redenen waarom ze op een bepaalde manier redeneren
blz. 59 - 71
blz 134 - 138
blz 161 - 169
blz 196 - 201
blz 235 - 242
blz 281 - 289
Uit : Adriaensens Eva, Ontwikkelingspsychologie, 2007, niet gepubliceerde cursus, Arteveldehogeschool, Gent.
Video's over Piaget
Verwerkingsopdrachten
Uit : Adriaensens Eva, Ontwikkelingspsychologie, 2007, niet gepubliceerde cursus, Arteveldehogeschool, Gent.
Verwerkingsopdracht 1
- Een peuter van 16 maanden maakt telkens weer hetzelfde rondje met zijn loopfietsje. Hij doet dit wel honderd keer na elkaar. Over welk soort assimilatie kunnen we hier spreken?
- Bedenk zelf een voorbeeld van de verschillende vormen van assimilatie
Verwerkingsopdracht 2
- Beschrijf kort drie speeltje die bijzonder geschikt zijn voor de cognitieve ontwikkeling van baby’s tussen 0 en 18 maanden.
- Leg uit waarom dat speelgoed net nuttig is vanuit de theorie van Piaget.
Verwerkingsopdracht 3
- Wat krijg je als je een kat een hondenmasker opzet? Volgens drie –en vierjarigen een hond. In hun ogen hoort een kat met een hondenmasker te blaffen als een hond, te kwispelen als een hond en hondenvoer te eten. De kat is in elk geval getransformeerd tot een hond.(R.de Vries, 1969). Leg uit hoe het mogelijk is dat een kleine kleuter zo denkt.
- Bij de kapstokken in de gang bij de kleuterklas hangen allerlei tekens: een parapluutje, een hondje enz. Op die manier weet elk kindje waar het zijn of haar jas moet hangen. Waarom is dat een goed idee?
- Geef drie voorbeelden van egocentrisch gedrag bij kleine kinderen. Om je eventjes op weg te helpen: een kleuter die telefoneert zie je vaak heel overtuigd knikken – hij beseft niet dat men hem aan de andere kant niet kan horen. Hij vertrekt immers vanuit zijn perspectief.
Verwerkingsopdracht 4
- In het derde leerjaar geeft de onderwijzer zijn leerlingen de volgende opdracht: Je hebt hier 20 rode en gele knoopjes. Sommigen hebben 4 gaatjes, anderen hebben er twee. Maak nu een hoopje van rode knoopjes met 2 gaatjes. Zal een kindje van negen deze vraag kunnen oplossen? Leg uit.
Verwerkingsopdracht 5
- ‘Alle honden bijten als ze boos zijn. Een boterbloem is een hond. Wat doet een boterbloem als ze boos is? Als we dit rare vraagstukje voorleggen aan een negenjarige, zal deze verbaasd reageren en zeggen dat een boterbloem geen hond is. Een vijftienjarige zal echter onmiddellijk antwoorden ‘bijten!’. Kan je uitleggen waaraan de verschillende antwoorden te wijten zijn. Je antwoord mag kort en bondig zijn.
- Maak een schema van de verschillende fasen in de theorie van Piaget. Geef per fase aan welke typische kenmerken het denken vertoont. De vetgedrukte woorden helpen je om de essentie te vatten.
- Maak een lijstje van nieuwe begrippen die je leerde en schrijf er de definitie bij.